Overheid komt met nationale regelgeving rond IBR-bestrijding

Het ministerie van Landbouw, Visserij, Voedselzekerheid en Natuur (LVVN) komt in juli 2025 met nationale regelgeving om de rundveeziekte Infectieuze Bovine Rhinotracheïtis (IBR) verder te bestrijden. LVVN heeft daartoe, in samenwerking met de rundveesectoren, een nationaal programma opgesteld. Hierbij is in belangrijke mate gebruikgemaakt van het al langer lopende private bestrijdingsprogramma. Het uiteindelijke doel van de beoogde nationale regelgeving is om ervoor te zorgen dat Nederland vrij van IBR wordt. Dit is goed voor de gezondheid en het welzijn van rundvee. IBR komt regelmatig voor op Nederlandse rundveebedrijven en veroorzaakt ontstekingen aan de luchtwegen. Naast een negatieve impact op de diergezondheid en het dierenwelzijn zorgt de ziekte ook voor aanzienlijke economische schade voor de rundveesectoren.

De bestrijding van IBR wordt geregeld onder de wet Dieren middels een Algemene Maatregel van Bestuur (AMvB) die het besluit houders van dieren wijzigt. De minister van LVVN legde op vrijdag 19 juli 2024 het gezamenlijke plan en de bijbehorende regelgeving ter internetconsultatie voor. Deze consultatie loopt tot en met 25 augustus a.s. De regels in de nieuwe AMvB zijn gebaseerd op het private IBR-bestrijdingsprogramma van de zuivelsector, dat sinds 2018 verplicht is voor melkveebedrijven en in de praktijk effectief is gebleken. Meer dan 80% van de deelnemende bedrijven is volgens dit programma inmiddels vrij of onverdacht van IBR.

Aanpak bestrijding via 2 sporen

Aan de basis van de (nieuwe) nationale regelgeving ligt een vaccinatieplicht waarbij veehouders hun runderen elk halfjaar laten vaccineren tegen IBR. Maar een tweede spoor, dat de voorkeur verdient, is dat veehouders worden uitgezonderd van deze vaccinatieplicht op basis van het onderzoeken van dieren. Dit is vergelijkbaar met het huidige private bestrijdingsprogramma. Voorwaarde is dat uit onderzoek blijkt dat er geen besmettingen zijn of nog een zeer beperkt aantal besmette dieren aanwezig is, én er geen recente infecties op het rundveebedrijf zijn. Bedrijven die niet vaccineren zijn verplicht om te monitoren dat geen nieuwe infecties met IBR optreden.

Uitzonderingen op de vaccinatieplicht, waaronder het hierboven genoemde tweede spoor, en daarbij behorende verplichtingen zijn te vinden op internetconsultatie.nl/regelgevingibr/b1 bij Relevante documenten:

Dit document geeft ook een uitgebreide toelichting op het straks geldende regime van opsporing en afvoer van besmette runderen (§5.3, pagina’s 27-34.

Tijdpad

De beoogde nationale regelgeving voor IBR ligt nu tot en met 25 augustus a.s. ter internetconsultatie voor via internetconsultatie.nl/regelgevingibr/b1. Het streven is om deze regelgeving per 1 juli 2025 in werking te laten treden. Vanaf die datum geldt een overgangsregeling van een half jaar waarna de vaccinatieplicht start.

Na het ingaan van de nationale regelgeving zal de minister van LVVN uiterlijk 4 jaar later naar Brussel gaan om het bestrijdingsprogramma voor IBR ter goedkeuring aan de Europese Commissie voor te leggen. Deze termijn is in overleg met de sectorpartijen (melkvee-, vleesvee- en vleeskalverhouderij, natuurbegrazers en hobbyhouders) vastgesteld. Als het bestrijdingsprogramma door de EU wordt goedgekeurd gaan namelijk extra beperkingen gelden voor de import van runderen. Nederland mag dan alleen met aanvullende voorwaarden runderen importeren vanuit landen die niet vrij zijn van IBR, om te voorkomen dat de ziekte door import weer in Nederland terecht komt. Deze importbeperking start uiterlijk in juli 2029, zodat de sector voldoende tijd heeft om zich aan te passen. Vanaf de start wordt jaarlijks met betrokken sectorpartijen gekeken of het mogelijk is om al eerder dan na 4 jaar het bestrijdingsprogramma ter goedkeuring voor te leggen aan de Europese Commissie.

Regelgeving Bovine Virus Diarree (BVD)

De nationale regelgeving ter bestrijding van IBR en Bovine Virus Diarree (BVD) zou oorspronkelijk tegelijkertijd starten. Maar omdat het maken van de regelgeving voor BVD langer duurt gaat deze op een later tijdstip van start. De intentie is wel dat inspanningen die rundveehouders in de aanloop periode al leveren, meetellen voor de toekomstige BVD regelgeving.

Internetconsultatie LVVN

Kamerbrief IBR