Organisatie bestrijding

De Nederlandse rundveehouderij wil de dierziekten IBR en BVD uitroeien. Om dat te realiseren heeft de stuurgroep een landelijke aanpak opgezet. Melkveebedrijven dienden zich, afhankelijk van hun zuivelonderneming, voor 1 april 2018 aan te melden voor een bestrijdingsprogramma voor IBR en BVD. De meeste zuivelondernemingen hebben dat in hun leveringsvoorwaarden opgenomen.

Het initiatief voor de aanpak van beide dierziekten is genomen door Land- en Tuinbouworganisatie Nederland (LTO Nederland), de Nederlandse Zuivel Organisatie (NZO), ZuivelNL en de Stichting Brancheorganisatie Kalversector (SBK). Toen de werkelijke voorbereiding van start ging is het ministerie van Economische Zaken en later Landbouw Natuurbeheer en Voedselkwaliteit betrokken.

BVD

De landelijke aanpak van BVD is 1 april 2018 gestart onder verantwoordelijkheid van de Themagroep Gezondheid en Welzijn Runderen (GWR) die is ingericht om sector-breed beleid op het vlak van diergezondheid inhoud te geven. Leden van deze themagroep vertegenwoordigen melkveehouders, vleesveehouders, zuivelondernemingen en de vleeskalverbranche. Zij besluiten gezamenlijk over de aanpak van BVD. Vertegenwoordigers van dierenartsen, veehandelaren en transporteurs en GD zijn adviseur van de GWR.

ZuivelNL is regelinghouder voor de protocollen op grond waarvan bedrijven statussen krijgen toegekend, opgeschort of ingetrokken. ZuivelNL stelt ook een lijst op van laboratoria waarvan de uitslagen geldig zijn in het kader van de landelijke aanpak. Op verzoek van ZuivelNL beoordeelt Wageningen Bioveterinary Research (WBVR, Nederlands referentielaboratorium) laboratoria om vast te stellen of de geleverde kwaliteit voldoende is en te zorgen dat uitslagen uitwisselbaar zijn.

Zuivelondernemingen aangesloten bij NZO nemen in hun leveringsvoorwaarden en/of kwaliteitsborgingssystemen op dat hun leden/leveranciers vóór april 2018 zich moeten hebben aangemeld voor één van de programma’s om BVD-vrij te worden. Stichting Brancheorganisatie Kalversector (SBK) zorgt er uiterlijk twee jaar na de start voor, via het kwaliteitssysteem, dat kalverhouders geen BVD-dragers meer aanvoeren of aanhouden (zowel binnen- als buitenlands).

Op verzoek van de sectorpartijen verzorgt GD de praktische uitvoering van de bestrijding. GD beheert de bedrijfsstatussen en gebruikt hiervoor gegevens uit I&R, informatie over bedrijfsstatussen, laboratorium uitslagen en gegevens over klinische verschijnselen. Bedrijven die willen deelnemen moeten zich daarvoor aanmelden bij GD. GD faciliteert veehouders en dierenartsen bij te ondernemen acties en kan worden benaderd voor veterinaire vragen en voor vragen m.b.t. het beheer van statussen. Door ZuivelNL toegelaten laboratoria leveren uitslagen aan een centrale databank onder beheer van ZuivelNL. Zuivel NL heeft het technisch beheer van de databank bij aangewezen medewerkers van GD belegd. Toegelaten laboratoria sturen de uitslagen via digitaal berichtenververkeer naar de databank. Alleen die gegevens die nodig zijn om de status te bepalen en veehouders te informeren, komen geanonimiseerd vanuit de databank naar GD. GD kan niet zien van welk laboratorium de uitslag afkomstig is. Dit proces is volledig geautomatiseerd. GD gebruikt uitslagen uit deze databank voor het statusbeheer.

IBR

De organisatie van de bestrijding van IBR, die op vergelijkbare wijze als die van BVD is gestart op 1 april 2018, is voorlopig gelijk aan die van BVD. Alleen voor SBK is geen regulerende rol voorzien.

Voor IBR bereidt de minister van Landbouw Natuurbeheer en Voedselkwaliteit (LNV) regelgeving voor. Deze voorbereiding vindt plaats in een stuurgroep waar naast LNV en NVWA de genoemde sectorpartijen deel van uit maken. Naar verwachting zal de regelgeving op 1 januari 2019 inwerkingtreden. Vanaf dat moment zullen er wijzigingen optreden in de organisatie van de bestrijding van IBR, omdat de verantwoordelijkheid voor de bestrijding verschuift naar de minister van LNV.