Nieuws

09-03-2020 | Aanpassingen protocollen BVD-vrij en IBR-vrij

In de protocollen van de door ZuivelNL vastgestelde routes voor de bestrijding van BVD en IBR zijn een aantal wijzigingen doorgevoerd. Het betreft een aanpassing in de voorwaarden voor deelname aan de routes BVD-vrij en IBR-vrij, een aanpassing van de leeftijdsgrens voor het bewakingsonderzoek jongvee-antistoffen en een aanpassing van het bewakingsonderzoek voor bedrijven met de status ‘onverdacht’. De aanpassingen gaan in op 9 maart 2020.

Aanpassing voorwaarden deelname aan of overstappen tussen de routes BVD-vrij of IBR-vrij

Deze aanpassing is van toepassing op alle door ZuivelNL vastgestelde routes voor de bestrijding van IBR en BVD. Zie onder punt 2 (Uitgangspunten) in de bijbehorende protocollen.

Als een bedrijf wil deelnemen aan een de door ZuivelNL vastgestelde route voor de bestrijding van BVD of IBR, dan is dat zonder meer toegestaan als het bedrijf gedurende zes maanden vóór die tijd nog geen deelnemer was aan een van de routes.

Is een bedrijf al wel deelnemer aan een door ZuivelNL vastgestelde route voor de bestrijding van BVD of IBR en heeft het status ‘onbekend’, ‘in onderzoek’, ’besmet’ of ’observatie’, en wordt of is de deelname aan deze route gedurende een periode van zes maanden beëindigd? Dan kan een bedrijf met ingang van 9 maart 2020 voor BVD alleen starten in BVD-vrij (route intake virus, bewaking jongvee antistoffen) en voor IBR alleen in IBR-vrij (route intake bloed, bewaking tankmelk). Hierbij geldt dat voor het toekennen van een status eerst het intakeonderzoek moet plaatsvinden.

Aanpassing leeftijd voor het jongvee-antistoffenonderzoek

Deze aanpassing is van toepassing voor de steekproeven voor BVD-vrij (route jongvee antistoffen) onder punt 3 t/m 6 van het protocol, voor BVD-vrij (route intake virus, bewaking jongvee antistoffen) onder punt 4 en 5 en voor BVD-vrij (route tankmelk) onder punt 5.1.2.

In de nieuwe situatie wordt, als op een bedrijf géén 5 runderen in de leeftijdscategorie 8 t/m 12 maanden aanwezig zijn, het bloedonderzoek gedaan bij 5 runderen in de leeftijd van 6 t/m 15 maanden (>182 dagen en < 456 dagen). Dit betekent een uitbreiding met de leeftijd van 6-8 maanden. Let op: bij runderen met een leeftijd van 6 t/m 7 maanden is het risico dat maternale antistoffen worden aangetoond groter dan bij runderen van 8 maanden en ouder. Mocht u dit risico te groot vinden of is er structureel weinig jongvee aanwezig, dan is het verstandig om vooraf de keuze te maken voor BVD-vrij (route oorbiopten).

Aanpassing afhandeling uitslag voor bedrijven met de status ‘onverdacht’

Deze aanpassing is alleen van toepassing op BVD-vrij (route jongvee antistoffen). Zie onder punt 4.4 (Bewakingsonderzoek onverdacht niet tijdig en/of volledig) van het protocol.

Bedrijven in BVD-vrij (route jongvee antistoffen) met status ‘onverdacht’ krijgen de status ‘onbekend’ als zij een bewakingsonderzoek niet of onvolledig afronden binnen de daarvoor gestelde termijn van 8 weken na aansturing (zie protocol punt 4.4).

In de nieuwe situatie krijgt een bedrijf ook de status ‘onbekend’, maar daarnaast een 2e termijn van 8 weken om alsnog een volledig bewakingsonderzoek uit te voeren. Als de volledige uitslag binnen de extra termijn van 8 weken alsnog bekend én gunstig is, dan krijgt het bedrijf de status ‘onverdacht’ terug en behoudt het ook de opgebouwde periode in de onverdachtfase.

Bovengenoemde aanpassingen gaan in op 9 maart 2020 en worden niet met terugwerkende kracht toegepast.

De nieuwe versies van de protocollen staan op de website van ZuivelNL.